3 aug 2018, Werk
Door: Gerrit van de Kamp
Als er in de krant artikelen verschijnen met koppen als ‘Vakbond FNV verliest in razendsnel tempo de macht’ of ‘vakbonden hebben jongeren nodig’ krijg ik vragen hoe het met de ACP gaat. Op dat moment vertel ik altijd dat er een groot verschil is tussen de sectoren. Voor een ICT-er of iemand die in de dienstverlening werkt is vakbondslidmaatschap minder voor de hand liggend als voor een onderwijzer, politie- of brandweerman. 85% van de politiemensen is lid van een vakbond. We hebben als sectorale bonden, waaronder de politievakbonden, een duidelijke doelgroep en opdracht. Behalve arbeidsvoorwaarden en rechtspositie houden we ons met z’n allen bezig met de kwaliteit en de gezondheid van in ons geval het politievak.
Ik las vorige week het artikel uit de Volkskrant waarin een journalist een week op pad ging met onze korpschef. Een van zijn adviseurs zag in het teruglopen van het aantal FNV-leden een belangrijke reden waarom er zo heftig werd gereageerd op de inzet van de minister / korpschef. De bonden moesten zieltjes winnen. Als deze adviseur een bezoek bracht aan de werkvloer, dan zou ze hier misschien anders over gaan denken. De woede van de collega’s heeft niets te maken met vakbondspolitiek. Ze zijn murw gebeukt en doodziek (sommigen letterlijk) van oplopende roosterdruk en verminderde capaciteit. De menselijke maat is verdwenen. Voor veel collega’s geldt dat ze denken: ‘Het werk is te gek, de organisatie kan op zijn zachtst gezegd beter’. Die boodschap kan voor niemand in Den Haag als een verrassing komen. Noch voor de politiek en de minister als voor de korpschef. Dat het zo niet langer gaat hebben ze namelijk al tientallen zo niet honderden keren van de vertegenwoordigers van de werkvloer, de vakbonden, gehoord.
Het herstelplan zoals politiemensen dat via hun vertegenwoordigers hebben aangeboden is cruciaal. Niet alleen voor het oplossen van de problemen, maar vooral ook voor het herstel van vertrouwen. In hetzelfde Volkskrant-artikel, waar ik hierboven naar verwijs, maakt de korpschef een onderscheid. Volgens hem staan er ‘nuttige’ ideeën in, maar duurt het herstelplan uitvoeren te lang en is er op korte termijn eerst een CAO nodig. Hiermee zet hij een kunstmatige knip. Eerst even de arbeidsvoorwaarden en rechtspositie regelen en dan aan de slag met de Nationale Politie. Als de korpschef op die manier redeneert begrijp ik beter waarom hij in zijn aangepaste inzet de nadruk legt op geld, terwijl werkdruk en een gebrek aan capaciteit de echte problemen zijn.
Al sinds de oprichting van de eerste politievakbonden in 1887 houdt het personeel zich naast arbeidsvoorwaarden en rechtspositie ook bezig met de inhoud en kwaliteit van het vak. Het is ons vak en daarmee onze verantwoordelijkheid. Waarom? Iedereen vindt het fijn om een goed salaris te verdienen, maar wat heb je daaraan als je ziek thuis komt te zitten of als er onvoldoende collega’s zijn om mee samen te werken? Niets. Alleen maar zeggen dat het moeilijk is, is niet de oplossing. Onderzoek is er ook genoeg. Er moet iets veranderen en wat dat is daar moeten we het als werkgever en werknemers met elkaar over hebben. Samen. Vanuit een gedeeld verlangen. En daarna zo snel mogelijk aan de slag. Als ik het heb over collega’s dan heb ik het ook over de korpschef. Door zich te positioneren naast de minister zou je het bijna vergeten, maar ook hij is een collega. Iemand die we hard nodig hebben om samen met de duizenden collega’s die de Nationale Politie vormen tot een politie te komen die kan doen waarvoor ze is opgericht: bijdragen aan een veilige maatschappij. De oplossing om te komen tot een veilige en gezonde politie die maatschappelijk relevant is, ligt op de werkvloer! Als vakbonden willen we daaraan ons steentje bijdragen.
Ik ben blij met en trots op al die collega’s die zich inzetten voor een veilige en gezonde organisatie. Sommigen zichtbaar door interviews te geven of aanwezig te zijn tijdens acties. Anderen minder zichtbaar door het voorbereiden van acties, het LAC te bemensen of door elke maand hun contributie te betalen. We zijn er nog niet. Het wordt nog een hete zomer. Niet omdat ik dat nu zo leuk vind, ook niet vanwege vakbondspolitiek, maar omdat het werk mooi is en de organisatie nu echt beter moet.
Uit het CGOP: ‘Rechtspositionele afspraken rond extra inzet bewaken en beveiligen’
Politiecollega’s uit heel Nederland worden uit hun eigen team gehaald om bijstand te verlenen bij het bewaken en beveiligen van personen. De inroostering en vergoeding van deze diensten verloopt – zacht uitgedrukt – niet vlekkeloos. Op 6 november publiceerden wij een artikel met de kop: ‘ACP wil ME-toelage voor bewakingseenheden’. Na deze oproep is er met
11 novACP wil ME-toelage voor bewakingseenheden
Politiecollega’s uit heel Nederland worden uit hun eigen team gehaald om bijstand te verlenen bij het bewaken en beveiligen van personen. De inroostering en vergoeding van deze diensten verloopt – zacht uitgedrukt – niet vlekkeloos. De ACP vraagt daarom met spoed om een landelijke instructie. Bovendien stelt de ACP voor om voor deze diensten de
6 novBeveiligen kan nu ook zonder politieopleiding
De korpschef brengt binnenkort een beleidsregel naar buiten, waarin staat dat voor de inzet op arrestantenzorg, objectbeveiliging en rechtbanktaken geen voltooide politieopleiding nodig is en dat een ATH aanstelling met boa-aanwijzing volstaat. De ACP heeft hier op verzoek van leden op aangedrongen. De onderhandelingen met de werkgever zijn hiermee afgerond. Al jarenlang was het de
25 oktDe prijs die je betaalt…
Door: Gonny Pereboom, ACP-vakbondsadviseur en generalist GGP Capaciteitsvraagstuk… Voor mij een kil beleidsmatig woord dat de lading niet dekt. Ik zie collega’s die met hart en ziel hebben gekozen voor het politievak, maar nu voor dilemma’s staan. Afgelopen zondag had ik een ochtenddienst. In het capaciteitsvraagstuk betekent deze dienst twee auto’s met vier collega’s om
21 oktTot hier en niet verder
Steeds meer politieteams staan onder extreme druk. De strijd tegen georganiseerde misdaad en tal van andere actuele ontwikkelingen trekken een onverantwoord zware wissel op collega’s. Er komt steeds meer werk bij. Keuzes en voldoende investeringen blijven daarentegen uit. Politiek en bestuur laten het al jarenlang na om met (structurele) oplossingen op korte termijn te komen.
21 okt