26 jul 2018, cao
Zestig jaar oud en 42 dienstjaren achter z’n kiezen. Met een ferme handdruk worden we door Frank Meissen, wijkagent, welkom geheten in het politiebureau van Hoorn voor een interview. Enkele weken geleden ontving de ACP van Frank een pittige mail. Tijdens een bijeenkomst in Alkmaar hoorde hij over de mogelijke consequenties van de CAO-inzet van de werkgever. Die mogelijke consequenties schoten hem in het verkeerde keelgat. “Onfatsoenlijk, misplaatst en een nog grotere afbreuk van het vak!”, zo betoogde Meissen in zijn mail.
Op zoek naar een ruimte lopen we door de gangen van het twee verdiepingen tellende bureau. Aan de wanden hangen mooie fotocollages van de leden van het basisteam, ieder met een eigen gezichtsuitdrukking en afgewisseld met quotes als ‘Operationele Slagkracht’. “Een initiatief van onze teamleiding dat ik erg waardeer”, zegt Frank. Het is bedoeld om met het basisteam werk te maken van de uitdagingen waarvoor het staat. We vinden een ruimte en onder het genot van de koffie uit de welbekende automaat gaan we ervoor zitten.
De kans om een eerste vraag te stellen krijgen we niet. Frank steekt meteen van wal, maar niet op de manier die je zou verwachten na zijn pittige mail. “Wijkagent zijn is het mooiste vak binnen de politie. Ik heb de binnenstad van Hoorn, een wijk die voldoet aan de norm van de politiewet, 5000 inwoners, winkels, horeca, haven en wat toerisme”, zegt Frank. “Ik ben me er overigens van bewust dat er problematischere wijken kunnen zijn die collega’s in het land hebben.”
Toch maakt Frank zich ernstige zorgen over het politiewerk en over zijn collega’s. “Met de komst van de Nationale Politie, maar ook daarvoor al, zijn collega’s langzaam maar zeker al flexibeler gaan werken”, stelt hij. “Door gebrek aan keuzes en capaciteit én de toenemende werkdruk, worden de problemen alsmaar groter en moeten we steeds met man en macht aan de bak. We blussen brandjes en uitslaande branden, racen van melding naar melding en komen steeds minder aan alle meldingen toe, terwijl we de mogelijkheden voor preventie volledig laten liggen. Met de manier waarop we nu georganiseerd zijn, creëren we onze eigen problemen.”
Frank illustreert zijn stelling met een voorbeeld. “Kijk, in mijn basisteam hebben we het wettelijk vereiste aantal wijkagenten, dus 1 per 5000 inwoners. Op papier voldoen we dus aan de wet. Als wijkagent zouden wij 80% in onze wijk aan het werk moeten zijn. Dit halen wij bij lange na niet. Wij moeten steeds vaker bijspringen in de noodhulp, zowel ad-hoc als gepland. Dat is ook logisch als je je wijkagent aanstelt ten koste van je totale bezetting die noodhulp verleent. Het ‘gewone wijkagentenwerk’ in de haarvaten van de samenleving, pro actief werken met partners, wordt daardoor steeds meer een farce. Daardoor weten we op termijn niet meer wat er speelt en gaan we een slag verliezen.”
In de noodhulp is het inmiddels niet meer te behappen, weet Frank. Hij ziet betrokken collega’s ineens langdurig ziek worden. Ook neemt de verbinding af. Door de krapte worden de onderlinge afstanden te groot en ontstaan nog meer problemen. Frank: “Hier begint het zich te wreken. Collega’s gaan door tot het gaatje en dat kun je ze niet kwalijk nemen. Onze beroepseer en trots vraagt van ons dat we resultaat halen en neerzetten. Daar doen we alles voor! Maar het in stand houden van onze beroepstrots en -eer kost ons nu wel langzaam maar zeker onze gezondheid.”
Met het aanhoren van de inzet van de werkgever die gaat voor flexibilisering van arbeidsvoorwaarden, constateert Frank dat de bazen weer aan de achterkant van het probleem beginnen. “Het gaat om het vak, het pure politiewerk. Daar moeten we beginnen. Wat wordt er van ons verwacht en wat moeten we daarvoor doen? Daarna de vraag: hoe organiseren wij dat als professionals met onze lokale partners? En als we dat hebben gedaan, wil ik nog wel eens zien in hoeverre flexibilisering van onze arbeidsvoorwaarden nodig is.”
Werk mee aan een gezonde beroepsziekte-regeling!
Heb jij als politiemedewerker te maken gekregen met een dienstongeval, beroepsincident of beroepsziekte? Dan zijn de werkgever en de bonden benieuwd naar jouw ervaringen met de huidige regels voor het aanvragen van erkenning of voorzieningen. Vul de digitale vragenlijst van het korps in en help ons aan informatie om verbeteringen op te baseren! Een van
3 decTerugblik 2019: De voortgang van de CAO
De voortgang van de CAO wordt besproken in speciale overleggen met minister en korpsleiding. Vakbondsadviseur Ramon Meijerink blikt met voorzitter Gerrit van de Kamp terug op deze overleggen in 2019.
3 decBonden en werkgever oneens over N5-overgangsbeleid
De bonden en de werkgever zijn het oneens over de regeling om als politiekundige (N5) bevorderd te worden naar operationeel expert (OE) of operationeel specialist (OS). De discussie gaat specifiek over hoe deze CAO-afspraak eruit moet zien voor zittend personeel. Bij de uitwerking van dit ‘overgangsbeleid’ bleek dat hier verschillend over wordt gedacht. Afspraak in
15 novDe politiebonden leggen uit! Met N3 en N4 naar senior
Collega’s met N3 en N4 kunnen zich gaan aanmelden voor een seniorfunctie. In deze video legt beleidsadviseur Marc Wegerif namens de bonden uit hoe dit precies in zijn werk gaat en waar je op moet letten.
12 novSwitch executief naar ATH wordt aantrekkelijker
Vanaf 1 januari 2020 is een drempel weggenomen voor executieve politiemensen om over te stappen naar een ATH-functie. Zij kunnen dan namelijk 5 jaar hun aanstelling voor de uitvoering van de politietaak (executieve status) behouden. De maatregel is onderdeel van de CAO en moet zorgen voor meer flexibiliteit. Met name in de onderbezette meldkamers is
11 nov